Beeld is een communicatiemiddel, net als de Nederlandse taal. Als wij elkaar willen begrijpen moet iedereen goed Nederlands spreken. Beeldtaal bevat net als de Nederlandse taal bepaalde grammaticaregels.
Beeldtaal
Een afbeelding toont en communiceert vaak een bepaalde sfeer, uitdrukking en/of verhaal. Een beeld zegt immers meer dan duizend woorden. Met beeld kan je heel snel iets vertellen en voelen, maar dat betekent niet dat iedereen dat begrijpt. Hetzelfde geld wanneer je een afbeelding uitkiest op smaak. Jij kan het wel mooi vinden, maar dat geld niet voor iedereen. Daarom is het belangrijk om na te denken over het effect van een afbeelding. Wat wil je er mee bereiken? Als je brief vol met grammaticafouten zit wordt je niet serieus genomen, hetzelfde kan gelden voor beeld.
Begrijpen van beeldtaal
Een afbeelding lezen bestaat uit verschillende stappen die zijn te verdelen in zien, begrijpen en overtuigen.
Je ziet een afbeelding en ontdekt wat je ziet, welke vorm het heeft en wat voor structuur het bevat. Wanneer je het beeld begrijpt kan jij jezelf afvragen wat de betekenis is van wat je ziet. Wat herken je in deze afbeelding, hoe komt het dat we dit herkennen en aan welke herinnering koppelen wij deze herkenning? Wanneer je tot slot bent overtuigd door een beeld kan je jezelf afvragen waarom dit beeld zo goed werkt. Wat in deze afbeelding roerde je en wat in deze afbeelding heeft je overtuigd?
Beeld grammatica
Een afbeelding bestaat uit verschillende beeldelementen die een betekenis voor jou kunnen vormen. Deze beeldelementen zijn verdeeld over licht, compositie, inhoud, en techniek.
Zonder licht heb je geen beeld, het zegt iets over het tijdstip, het kan diepte geven of juist diepte weghalen. Het kan een duistere dag creëren of een lichte dag visualiseren. Compositie zorgt voor orde of chaos. De meest bekende compositie is de gulden snede. Een compositie zorgt voor een kijk richting in het beeld. De inhoud kan gaan over kleding, rekwisieten, make-up, acteerwerk de omgeving en iconische tekens zoals pictogrammen, logo’s en verkeersborden. De techniek zorgt voor het camerastandpunt, kantelhoek, scherptediepte, camerapositie en uitsnede.
Wat wil je bereiken?
Wanneer je de volgende keer naar een afbeelding kijkt, neem dan de bovenstaande punten mee in je gedachtegang. Probeer een afbeelding naar keuze eens te ontleden. Bekijk de afbeelding nauwkeurig en probeer het te begrijpen. Wat zegt het licht, de compositie, de inhoud en de techniek over de gekozen afbeelding? Overtuigt deze afbeelding jou wel of juist niet en gelden deze gedachten ook voor andere mensen?